Neuro-Linguïstisch Programmeren (NLP) is ontstaan in de jaren 1970 als een benadering voor psychotherapie en communicatie. Het werd ontwikkeld door Richard Bandler, een wiskundige en informaticus, en John Grinder, een taalkundige. Ze bestudeerden en modelleerden de communicatieve en therapeutische vaardigheden van succesvolle psychotherapeuten, waaronder Fritz Perls (de grondlegger van Gestalttherapie), Virginia Satir (een gezinstherapeute), en Milton H. Erickson (een beroemde hypnotherapeut).
Bandler en Grinder onderzochten hoe deze therapeuten veranderingen bij hun patiënten tot stand brachten en hoe ze effectieve communicatietechnieken gebruikten. Ze identificeerden patronen in taalgebruik, non-verbale communicatie en denkprocessen die leken bij te dragen aan positieve veranderingen bij individuen.
Het resultaat van hun werk was de ontwikkeling van NLP als een systematische benadering om succesvolle gedragspatronen te modelleren en over te dragen aan anderen. Het concept “Neuro-Linguïstisch Programmeren” verwijst naar:
Neuro:
- Het idee dat onze ervaringen (neurologische processen) invloed hebben op hoe we de wereld waarnemen en begrijpen.
Linguïstisch:
- De rol van taal en communicatie in het structureren van onze denkpatronen en het beïnvloeden van ons gedrag.
Programmeren:
- Het vermogen om gedragspatronen te identificeren, te begrijpen en te wijzigen, vergelijkbaar met hoe een computerprogramma wordt geschreven of gewijzigd.
NLP is sindsdien uitgegroeid tot een breed toepasbare benadering, niet alleen in psychotherapie maar ook in coaching, onderwijs, bedrijfsleven en persoonlijke ontwikkeling.